Exotische diertjes

Miereneter

De miereneters (Vermilingua) vormen een onderorde van de zoogdieren en de de orde luiaarden en miereneters die - zoals de naam al aangeeft - zich hebben gespecialiseerd in het eten van mieren en termieten. ze komen voor in Midden- en Zuid-Amerika.


Grote miereneter

hoogte : 7 cm, breedte : 14 cm

prijs : 4,00 €

code : M 64


Puma

De poema, bergleeuw of zilverleeuw is een katachtige die voorkomt in geheel Midden- en Zuid-Amerika en in het westen van Noord-Amerika. Lang werd gedacht dat de poema schadelijk was voor de wildstand en uiteraard voor de veehouder. Het laatste is wellicht juist, maar het eerste niet. De poema zorgt juist voor een gezonde opbouw van de populatie van zijn prooidieren. 

De poema is in grote delen van Amerika uitgeroeid, een lot dat hij deelt met vele andere katachtigen. De poema leeft solitair en is territoriumgebonden. Hij is echter niet agressief en gaat indringers het liefst uit de weg.

De nauwste verwant van de poema is waarschijnlijk de jachtluipaard. De poema is stevig gebouwd met sterke poten en een lange, dikke staart die instaat voor zijn evenwicht bij het achtervolgen van zijn prooi. De kleur van de vacht is van zilvergrijs tot roodbruin, met een wit gezicht en onderzijde. De meeste poema's in tropische streken hebben overigens een roodbruine vacht. De achterpoten van poema's zijn langer dan de voorpoten. Dit stelt de poema in staat erg grote sprongen te maken. Uit stand kan de poema 2,5 meter hoog en bijna 6 meter ver springen. Er zijn sprongen waargenomen van bijna 5 meter hoog en 12 meter ver. De brede poten zorgen voor voldoende grip op oneffen terrein, zoals berggebieden. Net als bij katten hebben de voorpoten vijf tenen en de achterpoten vier. De oren van een poema zijn relatief klein.


Puma jong

.hoogte :  9 cm

prijs : 3.50 €

code : M 65



Struisvogel

De struisvogel (Struthio camelus) is een Afrikaanse loopvogel, behorende tot de familie van de Struthionidae. Het is de grootste en zwaarste vogel en de snelste loopvogel ter wereld. De struisvogels zijn nauw verwant aan de nandoes (grootste loopvogel van Zuid-Amerika), met als zustergroep de emoes (grootste loopvogel van Australië) en de kasuarissen van Nieuw-Guinea en Australië.

Volwassen mannetjes kunnen meer dan 2,5 meter lang en 155 kilogram zwaar worden; vrouwtjes zijn iets korter en lichter. Struisvogels hebben krachtige, lange en onbevederde poten. Er zijn twee tenen, waarvan een met nagel en een zonder. Een struisvogel kan snelheden tot 65 kilometer per uur behalen en kan gevaarlijk trappen als het dier in gevaar is.

Het lijf van een struisvogel is bedekt met veren (geen dons). Het mannetje is voor het grootste deel zwart, maar heeft witte vleugels en een witte staart. Het vrouwtje is hoofdzakelijk bruin. Struisvogels hebben een relatief kleine kop, maar erg grote ogen. De lange nek vertegenwoordigt bijna de helft van de lichaamslengte.

Struisvogels leven in groepen van vijf tot vijftig dieren, tezamen met andere savannedieren. Ze eten voornamelijk plantaardig voedsel. Als vijanden nabij komen kan een struisvogel opmerkelijk gedrag vertonen, namelijk met de nek languit op de grond liggen om zo minder op te vallen. Het is echter niet zo dat struisvogels hun kop in het zand steken.


Struisvogel, made in Peru 

hoogte :  6 cm

prijs : 3.50 €

code : M 63



Aap

De apen zijn verdeeld in twee groepen ("parvordes"), de breedneusapen uit Midden- en Zuid-Amerika, en de smalneusapen uit Afrika en Azië. Tot de smalneusapen behoren ook de mensapen en de mensen zelf. Apen leven voornamelijk in warmere streken, die veelal begroeid zijn met bomen. In de tropische regenwouden komen de meeste soorten voor. De meeste apen zijn dan ook goede klimmers, die een groot gedeelte van de dag in bomen doorbrengen. Slechts enkele soorten wagen zich op de open vlakte (bijvoorbeeld de huzaaraap) of in rotsachtige streken (verscheidene bavianen en makaken) of leven in koudere streken (bijvoorbeeld de Japanse makaak die in Japan tot boven de sneeuwgrens kan worden aangetroffen, of de stomneusapen uit de Himalaya). Apen zijn over het algemene herbivoor, die voornamelijk van vruchten, noten, bladeren, stengels en boomsappen leven. Sommige soorten eten ook dierlijk materiaal, als insecten en vogeleieren. De meeste apen zijn groepsdieren, die leven in grote troepen. Solitaire soorten, als de orang-oetang, zijn ver in de minderheid. 

Apen zijn over het algemeen middelgrote boombewonende dieren. Bij veel soorten is de staart langer dan de rest van het lichaam. Bij enkele apen van de Nieuwe Wereld heeft deze staart zich ontwikkeld tot een grijpstaart. Bij mensapen ontbreekt de staart geheel. De benen zijn langer dan de armen. Apen hebben relatief grote hersenen en een grote, bolvormige hersenkas, waarmee ze zich onderscheiden van de halfapen. Veel soorten worden als vrij intelligent beschouwd: ze zijn vindingrijk, speels en passen zich gemakkelijk aan veranderende omstandigheden aan. Ook zijn apen meer op hun zicht aangewezen dan de halfapen, die een beter ontwikkeld gehoor en reukzin hebben. de ogen staan recht naar voren gericht.

De kleinste apensoort is het dwergzijdeaapje en de grootste de oostelijke gorilla. 


Horen, zien en zwijgen

hoogte : 4 cm

prijs : 9,00 € voor de drie

code : M 57


Varaan

De naam 'varaan' komt van El Ouaran, Arabisch voor "hagedis". De familie omvat de grootste hagedissensoorten ter wereld, met als allergrootste de komodovaraan, die ongeveer drie meter lang kan worden. Varanen leven in Afrika, Australië en Azië. Veel soorten leven in drogere woestijnachtige gebieden, maar er zijn ook soorten die in het tropische regenwoud leven.

Varanen zijn te herkennen aan hun grootte, maar ook de lichaamsbouw is typerend: een kleine, platte kop met lange nek, een groot lichaam met vrij kleine ledematen en een zeer lange en krachtige staart. Bij veel soorten wordt deze als verdediging gebruikt door ermee te slaan naar een predator. Ook zijn de grotere soorten berucht om de beet, omdat de bek gevaarlijke bacteriën bevat die tot bloedvergiftiging kunnen leiden als ze in de bloedsomloop komen. Biologen krijgen steeds meer aanwijzingen dat de varanen zelf ook een soort vergif kunnen produceren.

Varanen zijn niet ontstaan uit slangen maar zijn wel sterker verwant aan slangen dan andere groepen hagedissen zoals leguanen. Dit komt omdat de familie varanen tot dezelfde groep hagedissen behoort waaruit de slangen zich ontwikkelden. Dit geldt overigens ook voor andere groepen zoals de korsthagedissen. Een bekende uitgestorven varaan is Megalania, deze soort wordt echter tegenwoordig Varanus prisca genoemd en behoort dus ook tot het geslacht Varanus.


Varaan in sneeuwbol - F00036

Hoogte : 6.5 cm,

Prijs :  3.10 euro

Code : varaan 0001



De katachtigen

De tijger (Panthera tigris) en de leeuw (Panthera leo) zijn zoogdieren die tot de familie van de katachtigen behoren, de tijger is groter dan de leeuw.

De meeste tijgers wonen in het bos (waarvoor hun camouflagestrepen geschikt zijn) en in het grasland. Van de grote katten zijn de tijger en de jaguar goede zwemmers; tijgers kunnen vaak badend in vijvers, meren en rivieren worden aangetroffen.

Tijgers jagen solitair. Hun dieet bestaat voornamelijk uit middelgrote planteneters, vooral hoefdieren, maar als de omstandigheden dat voorschrijven, jagen ze ook op grotere prooien. Het is geen sociaal dier: de enige groepen bestaan uit moeder en welpen.

De tijger is een bedreigde diersoort die verspreid over Azië voorkomt. De enorme teruggang in aantal moet worden toegeschreven aan het steeds verder oprukken van de mens. Veel rustige natuurgebieden zijn daardoor verloren gegaan, terwijl de tijger een groot leefgebied nodig heeft. Verder is steeds minder groot wild voorhanden, bovendien is de tijger vanwege zijn fraaie huid zwaar vervolgd. Ook zijn botten worden gebruikt. Andere doelen zijn lichaamsdelen voor medicijnen.


De leeuw (Panthera leo) is een groot roofdier, waarvan het mannetje opvalt met zijn manen, dit geven hem een imposant uiterlijk. Hierdoor staat de leeuw in grote delen van de wereld bekend staat als de koning der dieren. In Europa heeft hij deze rol overigens pas in de loop van de Middeleeuwen overgenomen van de bruine beer.

De leeuw is vaak onderwerp van folklore en symboliek geweest. Zo staat de leeuw afgebeeld in de wapens van verscheidene landen, streken en steden, waaronder Nederland, Vlaanderen en België. De leeuw in het wapen van Nederland is een afbeelding van de Kaapse Leeuw, een uitgestorven ondersoort van de leeuw.

De leeuw komt nog in bepaalde delen van Afrika voor en in een klein stukje van India, maar vroeger was hij ook algemeen in het Midden-Oosten en in Zuidoost-Europa. Hoewel het mannetje er met zijn manen heel indrukwekkend uitziet doen de vrouwtjes het meeste werk bij de jacht. Leeuwen leven in groepsverband (de enige katachtige die voornamelijk in sociale groepen leeft) en leeuwinnen gaan in de regel samen op jacht.

De leeuw is een grote katachtige met een brede kop, een korte snuit en relatief kleine, ronde oren. Hij heeft een kortharige asgrijze of zandgele vacht (maar variërend van okerbruin tot bijna wit) en een donker kwastje aan het puntje van de staart. Over de vacht verspreid liggen vage vlekken, die vooral bij jongere dieren goed te zien zijn. De vlekken vervagen naarmate het dier ouder wordt en zullen meestal uiteindelijk verdwijnen. De meeste mannetjes hebben dichte zwarte, bruine of gele manen met een variërende lengte op de kop, hals en schouders. Bij de nu uitgestorven ondersoorten uit Noord-Afrika en de Kaap liep de maan als een franje over de buik. Het duurt meestal een jaar of zes eer de maan goed ontwikkeld is. Wijfjes zijn kleiner en hebben geen manen.


De luipaard of panter  (Panthera pardus) is een grote carnivoor, die veel voorkomt in een groot deel van Afrika en Azië. Het is de meest algemene grote katachtige. De twee namen zijn voornamelijk geografisch gebonden: luipaard wordt in de regel gebruikt voor dieren uit Afrika, panter voor Aziatische dieren. Dit is echter geen strikte regel en regelmatig worden de namen door elkaar gebruikt.

De luipaard is een grote, gespierde katachtige met korte, krachtige poten en een lange staart. De kop is breed en een beetje rond van vorm met kleine, ronde oren. De snuit is middelgroot, met krachtige kaken en lange snorharen.

De vacht van een luipaard is bedekt met veel zwarte vlekken. Op het lichaam en het bovenbeen zijn deze vaak gegroepeerd met bruine vlekken in rozetten. Ook zijn er geheel zwarte, nietgegroepeerde vlekken, voornamelijk op de buik, kop en de onderpoten, maar ook op het lichaam. Ook de staart is gevlekt, van het begin tot het midden, maar aan het einde meer geringd. De meeste dieren zijn zandgeel of lichtbruin van kleur, maar de kleur kan zeer variëren, van bijna wit tot geheel zwart (de bekende zwarte panter). Veel zwarte dieren leven in Indonesië en in Afrikaanse hooglanden. De buik, keel en kin zijn wittig. De kleur en vachtlengte hangen af van de plaats waar ze leven, maar toch kunnen zwarte en gele luipaardjongen van dezelfde moeder zijn, want de kleur is niet erfelijk bepaald. De vachttekening biedt het dier camouflage, zodat het gemakkelijk onopgemerkt kan blijven. De oren zijn zwart aan de achterzijde met een opvallende witte tekening in het midden.

De luipaard is geen groepsdier, maar leeft solitair. Er zou te weinig voedsel zijn als luipaarden het zouden moeten delen. Ze zoeken elkaar enkel op in de paartijd. De luipaard heeft een vast territorium, dat hij tegen soortgenoten verdedigt. Dit wordt gemarkeerd met urine of uitwerpselen, net als bij veel andere diersoorten. Ook worden krabsporen op bomen achtergelaten. Mannetjes hebben vaak grotere territoria dan vrouwtjes. Territoria overlappen regelmatig met de territoria van dieren van een ander geslacht, dieren van hetzelfde geslacht mijden elkaar. Als er plaatsen zijn waar veel prooien zijn, zijn de territoria kleiner; de territoria zijn groter met minder wild. De luipaard verlaat zijn territorium regelmatig om te jagen.


De jaguar (Panthera onca) is een katachtige die voorkomt in Midden-Amerika en een groot deel van Zuid-Amerika. Hij lijkt oppervlakkig sterk op de luipaard, maar is zwaarder gebouwd en heeft een forsere rozettentekening.

De jaguar is de grootste kat van Amerika. Het is een stevig gebouwd en krachtig dier met een brede kop en sterke kaken. De poten zijn relatief kort, maar erg sterk. De staart zorgt voor evenwicht bij het springen. De vacht is lichtgeel tot roodbruin met zwarte rozetten, ronde of ovale vlekken met daarin één of twee donkere stippen. Midden op de rug verandert de rij zwarte vlekken soms in een doorlopende lijn. Daarnaast bestaat er ook een melanistische (zwarte) variant, waarbij de vlekken wel te zien zijn in de zon. Door de ronde pupillen kan de jaguar prima zien tijdens de schemering. De zachte voetkussentjes zorgen ervoor dat de jaguar goed kan sluipen, en daarnaast heeft de jaguar intrekbare klauwen en lange en stevige hoektanden. Jaguars kunnen in het wild 12-17 jaar oud worden, in gevangenschap tot 28 jaar.

In een groot aantal verschillende biotopen kunnen jaguars te vinden zijn, variërend van dichtbegroeide nevelwouden en regenwouden tot kustwouden. Ook droogbossen en meer open terrein wordt wel door ze bewoond, mits er genoeg dekking is van gras en rotsen tijdens het jagen. Bij voorkeur leven jaguars in de buurt van water. Radiotelemetrisch onderzoek heeft uitgewezen dat jaguars er over het algemeen nauwelijks verder dan 500 meter vandaan gaan. Dit heeft als gevolg dat er minder concurrentie om prooidieren is met de poema, die minder gebonden is aan water.

 


 

Tijger in sneeuwbol - F00036

 hoogte : 6.5 cm

prijs : 3.10 euro

code : tijger 0001


Leeuw in sneeuwbol - F00036

hoogte : 6.5 cm

prijs : 3.10 euro

code : leeuw 0001



Tijger / Tigre

hoogte / hauteur : 2 cm

prijs / prix : 2.50 €

code : M 22



Leeuw / Lion

hoogte / hauteur : 4 cm

prijs / prix : 3.50 €

code : M 25



Toekan

Toekans (Ramphastidae) zijn een familie van vogels uit de orde van de spechtvogels, die voorkomt in Midden- en Zuid-Amerika. De familie telt 63 soorten. Hoewel de snavel van de toekan doet denken aan die van de neushoornvogel, zijn deze dieren toch niet nauw aan elkaar verwant.

De toekan wordt tussen de 30 en 61 centimeter hoog. De vleugels zijn relatief kort en de staart is tamelijk lang. Zijn rugveren zijn glanzend zwart en vaak heeft hij op zijn borst een bontgekleurd verenpak. De poten zijn gebouwd zoals die van de specht, met twee tenen naar voren en twee tenen naar achteren gericht. Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit.
Het meest opvallende kenmerk van de toekan is de grote maar toch vederlichte veelkleurige snavel, die soms net zo lang is als het dier zelf. Deze snavel bestaat uit hoorn, dat wordt gestut door een netwerk van bot. Volgens wetenschappers in Science fungeert de enorme snavel als een koelsysteem, net als de oren van een olifant. Ze ontdekten dat de temperatuur van de snavel snel verandert als de omgeving warmer of koeler wordt. Zo kan de toekan snel overtollige lichaamswarmte kwijtraken. Bovendien kan de toekan met zijn snavel een lelijke houw toebrengen, maar ook vogels met veel kleinere snavels zijn daartoe in staat. Vaak hebben vogels een snavel die is toegesneden op het voedsel dat het dier eet. De snavel van de toekan, die zich voornamelijk voedt met kleine vruchten, heeft inderdaad de juiste lengte, maar is veel te groot om bij het eten veel voordeel te bieden. Toekans voeden zich voornamelijk met vruchten, soms insecten en spinnen en heel zeldzaam kleine reptielen. Ze durven ook wel eens vogelnesten leeg te roven.


Toekan, made in Peru

hoogte :  5 cm

prijs : 3.50 €

code : M 58


Neushoorn

De familie van de Neushoorns (Rhinocerotidae) bestaat uit vijf soorten grote zoogdieren die voorkomen in Afrika en Azië. De neushoorn heeft een krom naar achteren groeiende hoorn net achter het beweeglijke deel van de neus; drie soorten hebben daarachter nog een kleinere stomp, maar bij de Javaanse en Indische neushoorn ontbreekt die.

Er zijn nog vijf soorten neushoorns, waarvan de meeste in meerdere of mindere mate bedreigd worden in hun voortbestaan door handel in producten van de hoorn. Deze is in o.a. in China zeer gewild vanwege ongegronde claims van potentieversterkende eigenschappen, en in Jemen maakt er men graag mesheften van. De hoorn bestaat uit alledaags materiaal maar is uniek door zijn gelaagde opbouw en doordat hij een botkern mist.

Terwijl holhoornigen een hoorn hebben met een botkern met alleen aan de buitenkant hoornmateriaal, missen de neushoorns die beenkern. Hun hoorn is opgebouwd uit keratine, en de materiaalstructuur doet denken aan die van hoeven, en ook aan de snavels van schildpadden en kaketoe's.

Elke soort kan elke dag wel 100 liter drinken en tientallen kilo's eten. Het voedsel is per soort verschillend. Neushoorns die in Afrika leven zijn vooral grazers; ze eten vooral stevig gras of takjes, terwijl Aziatische soorten stevige, grote takken verorberen. De Sumatraanse neushoorn staat bekend om zijn zeer gevarieerde dieet, met allerlei soorten vruchten.


Stenen neushoorn, made in Peru 

hoogte : 3 cm

prijs : 3,50 €

code :  M 59


Nijlpaard

Het nijlpaard is een van de grootste landzoogdieren. Slechts de olifanten en sommige neushoornsoorten zijn groter. Ondanks de naam nijlpaard heeft hij geen enkele relatie tot het paard maar heeft hij wel dezelfde voorouders als de walvis.

Nijlpaarden leven in en om het water, in rivieren, plassen, meren en moerassen in een groot deel van Afrika, oorspronkelijk van de Nijldelta tot de Kaap. Ze komen oorspronkelijk in ieder gebied voor waar voldoende water is om in te baden en gras om van te grazen. In bergen kunnen ze tot op 2000 meter hoogte worden gevonden.

Het nijlpaard heeft een groot, rond lichaam, korte poten en een grote kop met een brede snuit. De staart is kort en dik. Ze hebben geen vacht, slechts enkele borstelharen op de staart en het gezicht. De zachte, glimmende huid is paarsgrijs, bruin en/of blauwig zwart van kleur. De onderzijde, oren en bek zijn meer roze van kleur. In de huid zitten klieren, die een op bloed lijkende afscheiding uitscheiden. Deze afscheiding dient onder andere als zonnebrandcrème, ontsmettingsmiddel en parfum. De ogen, oren en neusgaten zijn hoog op de kop geplaatst, zodat deze boven water blijven terwijl de rest van het lichaam onder water is. De snijtanden zijn zeer groot en dienen voornamelijk om te vechten. Bij mannetjes zijn de hoek- en snijtanden groter dan bij vrouwtjes. De tanden kunnen een lengte krijgen tot maar liefst 50 cm. De tanden blijven scherp doordat de tanden van de onderkaak en bovenkaak tegen elkaar aan schuren. Ook hebben de mannetjes grotere kaken en schedel en een stevigere nek.

Overdag verblijft het nijlpaard in het water, zodat ze beschermd zijn tegen oververhitting, uitdroging en zonnebrand. 's Nachts verlaat het het water om te grazen. Het nijlpaard graast bij voorkeur alleen op korte grasvelden. Het heeft meestal vaste paden van het water naar de graasweide. Op een nacht kan een nijlpaard acht tot tien kilometer afleggen om bij de graasplekken te komen. In uitzonderlijke situaties is het tot 30 kilometer van het water vandaan te vinden. Het nijlpaard graast met de grote, stevige leerachtige lippen, en niet met de tanden. Gras vormt het voornaamste voedsel: in een nacht eten ze tot zestig kilogram aan gras. 

Het nijlpaard leeft in losse kudden van twee tot vijftig dieren. In het droge seizoen, wanneer veel poelen droogvallen, kunnen deze kudden zich samenvoegen in permanente wateren tot grote kudden van meer dan tweehonderd dieren. Binnen de kudde heerst een strikte hiërachie. De oudste mannetjes, die meestal ook het grootst en sterkst zijn, zijn dominant. De dominante mannetjes hebben een territorium, dat zowel delen van het land als het water kan beslaan. Binnen hun territorium hebben ze het recht om te paren. Onderdanige mannetjes worden getolereerd in dit territorium. Mannetjes dagen elkaar uit tot een gevecht door te gapen. Tijdens het gevecht slaan de dieren met de onderkaken tegen elkaar aan.

Als het nijlpaard onder water gaat sluit hij de neusgaten en oren af. Zodra hij weer boven komt opent hij deze weer en blaast hij eerst de resterende lucht met kracht uit zijn longen om zo te voorkomen dat hij water in de neusgaten krijgt. Een volwassen nijlpaard kan eenvoudig 5 minuten onder water blijven hoewel er zelfs metingen zijn van bijna 15 minuten. Gemiddeld blijft hij echter nog geen twee minuten onder water. Nijlpaarden slapen meestal ook onder water. Al slapend komen ze boven om adem te halen, iets wat net zo automatisch gebeurt als het ademhalen zelf. Nijlpaarden bewegen zich al lopend over de bodem van het meer of de rivier voort. Een vergelijking met het voortbewegen van een astronaut op de maan is hiermee snel gemaakt. Een volwassen nijlpaard kan niet zwemmen. Om onder water toch vooruit te komen zet hij zich af tegen de grond. Een jong exemplaar kan met behulp van zijn achterpoten wel normaal zwemmen.


Nijlpaard grijs, made in Peru

hoogte :  4 cm

prijs : 3.50 €

code :M 60


Nijlpaard bruin in plastiek

hoogte :  4 cm

prijs : 1.50 €

code : M 61


Nijlpaard bruin, made in Italie

hoogte :  3 cm

prijs : 3.50 €

code : M 62